Fracking

Naast de traditionele methodes zijn er ook alternatieven om aardgas te winnen.

Fracken wordt gebruikt om het gas uit dichte steenlagen te halen, waar de gasporiën niet met elkaar in verbinding staan. Het aardgas is dan “opgesloten”. Om het gas te kunnen winnen wordt onder hogedruk water in het gas laag gebracht, zodat er kleine scheurtjes tussen de poriën ontstaan, waardoor het gas naar de oppervlakte kan stromen.

Deze frackvloeistof bestaat voor 95% uit water, 4% zand, om de scheurtjes open te houden, en 1% uit chemicaliën om het dichtslibben door bacteriën tegen te gaan en te voorkomen dat kleilagen gaan opzwellen en de poriën verstoppen. Ons grondwater (100-300 meter diep) kan niet in aanraking komen met het frackwater, omdat de buis naar het gas laag (op 1500-3000 meter diep) driedubbel versterkt is uitgevoerd met staal en beton. Bovendien voorkomt een harde kleilaag boven het gas laag dat het frackwater omhoog kan stromen. Fracken gebeurt overal in de wereld al zo’n 50 jaar, en wordt in Nederland vooral gebruikt om de kleinere, moeilijk te winnen gasvelden te bereiken.