Het is 22 juli 1959. Op het land van boer Boon uit Kolham in Noord-Groningen wordt op 2.600 meter diepte bij een proefboring aardgas gevonden. Later blijkt deze vondst deel uit te maken van het grootste gasveld van Europa: het Groningen-veld. De ontdekking van aardgas in onze bodem zorgt voor een omwenteling in de Nederlandse energiehuishouding. Het geloof in kernenergie als dé energiebron voor de toekomst kantelt in de publieke opinie van de jaren ‘60.
Bron van welvaart
Het Groningen-veld behoort tot de grootste aardgasvoorraden van de wereld
De energiecrisis van 1973 zorgt bovendien voor het besef dat Nederland wel érg afhankelijk was van buitenlandse olie. Het belang van energie uit eigen bodem wordt groter. Maar tegelijkertijd komt het eind van de kolenproductie uit de Limburgse mijnen in zicht. Het besef groeit dat kolen vervuilend zijn. Aardgas is de nieuwe schone brandstof voor onze industrie én voor onze elektriciteitsproductie: het grootste deel van onze elektriciteit wordt tegenwoordig opgewekt in gasgestookte centrales. Die, als ze ook de restwarmte gebruiken, een efficiëntie rate van wel 70% realiseren.
98% van de Nederlandse huishoudens is aangesloten op aardgas.